“Eigenlijk moeten we jou geen oppas noemen, jij doet veel meer dan dat!”
In het stukje over mij lees je dat ik werkzaam ben als pedagogisch gezinsbegeleider. Ik geef persoonlijke begeleiding aan een geadopteerd meisje met een hechtingstoornis en een verstandelijke beperking. Voor mij is de basis van de begeleiding vertrouwen, rust en veiligheid. Hier zorg ik voor, door te observeren en vanuit intuïtie te voelen wat nodig is en wat het meisje nodig heeft. Hierbij betrek ik ook de andere gezinsleden. Ik vind dat zij één systeem zijn, dus aandacht voor verhalen van moeder, lekker verstoppertje, voetballen of kletsen met broertje en luisteren naar vader, zijn voor mij essentiële bijkomstigheden. Ik kijk naar de positie van elk gezinslid en besteed daar aandacht aan. Samen vormen zij de kern, het gezin.
“Jij bent mijn lieve oppas Laura”
Dit is wat het meisje tegen mij zei, nadat ik weer een dag was geweest. Laatst maakte moeder de opmerking dat ik eigenlijk veel meer deed dan alleen oppassen. Het meisje maakte daar geen punt van en vond dat ik vanaf dat moment gewoon de lieve begeleidster was.
Toen ik een keer verdrietig was…
Ik keek naar rechts en zag dat de ogen van het meisje groot stonden. Ze wist niet wat ze moest zeggen of wat voor houding ze aan moest nemen. Het meisje vroeg daarna of ik een kopje thee wilde en zette die voor mij. Ze zat naast me aan tafel, terwijl ik mijn thee dronk. Ze keek me aan en haar ogen schoten vol. Ik vroeg haar: “Vind je het moeilijk dat ik verdrietig ben?” Ze antwoordde met ‘ja’ en barstte in tranen uit. We hebben samen een tijdje gehuild en gepraat. Soms zijn er ook verdrietige momenten in het leven. Die mogen er ook zijn, dat is niet erg en hoort erbij. Datgene wat kwam mocht zo gebeuren, zodat we later, na een knuffel, weer vrolijk verder konden met de dag.
